Rijnlandgeschiedenis.nl gebruikt cookies om bezoek te meten en om het voor bezoekers mogelijk te maken informatie op deze website te delen via social media. Door verder gebruik te maken van deze website ga je hiermee akkoord.

Accepteer cookies
Menu
Rijnlandse Geschiedenis streeft naar meer historische samenhang en kennisuitwisseling in de regio.
Maandag 28 november 2016

Stichting Historische Publicaties Holland-Rijnland

Waterkelders

Bij de werkzaamheden in de voormalige wijnkoperij Hogewoerd 61 en 61A zijn onder de vloer twee waterkelders aangetroffen. De waterkelders zijn gemetselde afgesloten bakken waarin regenwater werd opgevangen. De kelders zijn circa 115 bij 130 cm en ongeveer 130 cm diep. Er kon wel 1750 liter water in worden opgeslagen. De kelders waren overdekt met een gepleisterd bakstenen tongewelf en toegankelijk via een mangat van 40  bij 40 cm. Het kon met een sluitsteen worden afgedekt. De bakstenen keldermuren zijn betegeld met bruine en okerkleurige geglazuurde plavuizen van roodbakkend aardewerk.

En was er wel eens lekkage? Bouwhistoricus Pieter-Jan de Vos van Erfgoed Leiden werd gewoon een extra waterdichte laag met nieuwe tegels aangebracht of met een nieuwe klamp. Volgens De Vos zijn de waterkelders waarschijnlijk uit de zeventiende of achttiende eeuw. De kelders werden gegraven omdat het oppervlaktewater in de stad ernstig vervuild was. Ook het grondwater  was verontreinigd.

De Vos: "Het is nu nauwelijks voorstelbaar hoe vervuild vroeger het drinkwater in de Hollandse steden was. Ook in Leiden was het grachten- en rivierwater echt ondrinkbaar. De inwoners waren voor hun water afhankelijk van waterputten, regentonnen en aanvoer van vers water van buiten de stad. De opkomst van de Lakenindustrie en een sterke bevolkingsverdichting na het Leids ontzet van 1574 was er de oorzaak van dat de water kwaliteit nog meer verslechterde."

De Vos vervolgt: "Drinkwater in de stad was echt een probleem. Ook het regenwater was vervuild, zowel door organisch materiaal afkomstig van dakpannen en goten als door het gebruikte lood van goten, dakbedekking eri leidingen. Een treurig bewijs van de slechte kwaliteit drinkwater waren de cholera-epidemieën die Leiden in de negentiende eeuw  teisterden."  Bouwhistoricus De Vos: "De urgentie van zuiver drinkwater zorgde ervoor dat aan het einde van de 19de eeuw duinwater via drinkwaterleidingen de stad werd in gepompt. Daarna raakten de waterkelders in onbruik. Zij kregen soms een nieuwe bestemming als beerput bijvoorbeeld".

Bron: Leids Nieuwsblad 24-11-2016