In het nieuws

Rijksmuseum van Oudheden
Doggerland was niet tegen de zee bestand
Bezoekers aan het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden kunnen vanaf dinsdag 8 juni de tentoonstelling ’Doggerland. Verdwenen wereld in de Noordzee’ bekijken. Een immens gebied, 200.000 vierkante kilometer groot, heeft een heel eigen prehistorie die een miljoen jaar teruggaat. Hier leefden ooit Neanderthalers, moderne mensen, mammoeten en wolharige neushoorns. Maar, zegt archeoloog Luc Amkreutz in een begeleidend filmpje, Doggerland bewijst ook dat klimaatverandering geen grapje is.
Doggerland begon te veranderen na het einde van de laatste ijstijd, zo’n 10.500 jaar geleden. Op Schotland lag eerst nog een ijskap en de zeespiegel was 120 meter lager dan nu, maar langzaamaan begon het klimaat op te warmen en het waterpeil te stijgen. Dat had niet alleen nadelen voor de Doggerlanders. Het landschap werd natter en diverser. Mammoeten en rendieren verdwenen, maar daar kwamen edelherten, everzwijnen, vis en watervogels voor in de plaats. De ’wetlands’ hadden een enorm ’economisch potentieel’ en boden de bewoners eigenlijk alles wat zij nodig hadden. Toen ongeveer 7300 jaar geleden de eerste boeren zich in Limburg vestigden, voelden ze er eerst niet veel voor om die levenswijze over te nemen.
Doggerland verdronk toen zo’n 8200 jaar een aardverschuiving in Noorwegen een grote tsunami veroorzaakte. Daarna breidde de Noordzee zich snel uit - en dat doet hij nog altijd. Volgens Amkreutz leert Doggerland ons dat onze leefomgeving niet ’eindeloos maakbaar is’. Wij zijn maar een ’klein stukje’ van een ’natuurlijke wereld’, en dat vraagt om flexibiliteit.
Ter gelegenheid van de tentoonstelling verschijnt ook een publieksboek: ’Doggerland. Verdwenen wereld in de Noordzee’. 160 pagina’s. Prijs €19,95.