Scheepsmakerij-laswerf Westhof bestaat 200 jaar

Hendrik Barendsz Westhof kocht in 1790 een scheepmakerij van de erven Van Tijlingen in het dorpscentrum van Zoeterwoude. Er werd een groot aantal verschillende typen vaartuigen gebouwd, waarvan een overzicht in het artikel is opgenomen. Uit de aantallen blijkt dat het een bloeiend bedrijf was. De aanleg in 1970 van een vaste brug in het dorp betekende het einde van de scheepsmakerij en ging het bedrijf verder als laswerf. Kort nadat P.W. (Piet) Westhof in 1994 met pensioen ging, werd het bedrijf beeindigd. De bedrijfsgebouwen zijn - gerestaureerd - rijksmonument en in gebruik door een consultancybedrijf op het gebied van gezondheidszorg.


Vereniging: Derden
Auteur: H.J.A. Dessens
Oorspronkelijke publicatie: Spiegel der Zeilvaart, 14e jaargang nr. 5, juni 1990, pag. 8-11,

Het dorp, wie weet nog hoe het was. Ondernemende plattelanders vertellen over hun leven in Rijnland, ca. 1540.

In 1539 trekt een raadsheer van het Hof van Holland er op uit en maakt een wandeling buiten de stadsmuren van Leiden. Hij ontmoet in de omgeving van Leiderdorp en Zoeterwoude plattelanders die zich naast landbouw en veeteelt ook bezig hielden met huisnijverheid en vervoer. Zij brachten hun waren naar de markt in de stad (Leiden), waar ze werden gekocht en doorverkocht. De stedelijke ondernemers speelden een grote rol bij de instandhouding van de plattelandsbedrijven, maar ervoeren ook concurrentie voor hun eigen producten zoals in de textielindustrie. De raadsheer spreekt met 77 mensen; van de gesprekken met een spinster, een bakker en een slager wordt in dit artikel verslag gedaan.


Vereniging: Derden
Auteur: Jaco Zuijderduijn
Oorspronkelijke publicatie: Holland, historisch tijdschrift. Nr. 2, 2015.

Feiten, verhalen, beelden en het grotere geheel; een beknopte historiografie van de Hollandse dorpsgeschiedenis

Belangrijke informatie over Holland tijdens de Middeleeuwen was voornamelijk te vinden in annalen en kronieken, zoals de annalen van de abdij van Egmond. Het betrof dan geschreven tekst met enkele afbeelding van o.a. kaarten. Vanaf de 19e eeuw kwam met de opkomst van fotografie en een rijkere geschiedschrijving op gang. De belangstelling voor de geschiedenis van de eigen stad of dorp nam hierdoor toe. Er verschenen stadsgidsen en boeken met dorpsbeschrijvingen waarin topografie en geschiedenis werden gevisualiseerd. In dit artikel worden een aantal auteurs en publicaties uit onze regio genoemd.


Vereniging: Derden
Auteur: Marcel IJsselstijn
Oorspronkelijke publicatie: Holland, historisch tijdschrift. Nr. 2, 2015.

Industrialisatie in de zuivelbereiding.

In de 2de helft van de 19de eeuw mechaniseerde de zuivelbereiding. Centrifuges op stoomkracht scheidden de room van de ondermelk (magere melk). In Zoetermeer verscheen de eerste roomboter- en kaasfabriek in 1880 door toedoen van L.C. Enthoven, telg uit een Haagse familie van ijzergieters- en pletters. Boeren werden gecontracteerd om dagelijks melk te leveren. Later ging de melk naar Simon van den Bergh in Oss en in 1896 werd door de familie Van der Hagen Nutricia opgericht. Begin 20ste eeuw volgden andere zuivelfabrieken, waaronder Brinkers die vooral bekend werd als margarinefabriek en van het product Wajang.


Vereniging: Historisch Genootschap Oud Soetermeer
Auteur: Gertjan Moers
Oorspronkelijke publicatie: 't Seghen Waert 42-3 (2023) 2-13

Interview met Bart van Konijnenburg: Eendenkooi in Warmond

Bart van Konijnenburg (49) ademt Warmond. Hij is zo'n tien uur per week in touw als beheerder en voorzitter van de unieke, 400 jaar oude Eendenkooi op de grens met Sassenheim. Vrijwilligerswerk dat hem al vijftien jaar letterlijk met de 'poten in de klei' houdt en hem nog dieper wortelt in zijn bijzondere woonplaats.


Vereniging: Stichting Historische Publicaties Holland-Rijnland
Auteur: Miep smitsloo
Oorspronkelijke publicatie: Leidsch Dagblad 4 november 2023

Eendenkooien in Rijnland in de vroegmoderne tijd

Het artikel gaat over de opkomst van eendenkooien, indertijd ook wel vogelkooien genoemd, in de waterrijke gebieden van onze regio, ongeveer tussen Haarlem, Amsterdam, Gouda, Den Haag. De kooien waren echter heel ongelijk verspreid over de verschillende ambachten. Aanvankelijk werd er goed verdiend aan het houden van eenden. De komst van de droogmakerijen met de verlaging van de waterstand waardoor het aantal eenden in het veenweidegebied afnam, vormde echter een bedreiging voor menige kooiker. Ook de toename van de bevolking en de verstedelijking leidden uiteindelijk tot een forse afname van het aantal eendenkooien in Rijnland.


Vereniging: Hoogheemraadschap van Rijnland
Auteur: Milja van Tielhof
Oorspronkelijke publicatie: Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis 13, (2004/webversie 2006).

Het 'Olga'-gebouw en de regionale kalkzandsteenindustrie

Het Leidse 'Olga'-complex, een bedrijfsverzamelgebouw, is eigenlijk een kalkzandsteenfabriek uit 1913-1914. Het is de tweede in deze regio. De eerste was de Arnout in Hillegom, uit 1904. Verbindend figuur is Ing. Dr. J.A. van Herwaarden. Als jongeling begon hij bij de Arnout. In 1919 werd hij directeur van de Leidse kalkzandsteenfabriek. Vervolgens zette hij in 1924 in Katwijk een nieuwe fabriek op. Na de Tweede Wereldoorlog nam hij het Hillegomse bedrijf over. Van Herwaardens bedrijf werd de grootste kalkzandsteenindustrie ter wereld. De Leidse onderneming was daar niet tegen opgewassen en sloot. Later werd ook de Katwijkse fabriek afgestoten. Die in Hillegom werd stevig gemoderniseerd en functioneert nog steeds, als onderdeel van een multinational. Van de oorspronkelijke fabriek is weinig over. De oprichting van de Leidse kalkzandsteenfabriek past binnen de geschiedenis van de Rijn als industriële zone. De opkomst van de Arnout is verbonden met de ontwikkeling van de bollencultuur: de afgegraven gronden waren daar uitstekend voor geschikt. Later ging men dieper zand opzuigen. Daardoor ontstonden in de regio diverse (recreatie-)plassen. Het Leidse fabrieksgebouw bood vanaf 1950 onderdak aan andere bedrijven: Smit Rontgen en de Olga-matrassenfabriek. Hun verhaal illustreert hoe Leiden haar industrie verloor. In 1982-1983 werd het een bedrijfsverzamelgebouw voor startende ondernemers, een 'broedplaats', waarschijnlijk de eerste van Nederland. Een bijzondere rol dus voor het gebouw dat de laatste herkenbare herinnering is aan het begin van de regionale kalkzandsteenindustrie.


Vereniging: Stichting Historische Publicaties Holland-Rijnland
Auteur: Cor Smit
Oorspronkelijke publicatie: Rijnlandgeschiedenis.nl

Scheepsbouw- en Reparatiewerf 'De Herstelling'

De werf 'De Herstelling' begon als een tweemansbedrijf met de bouw van tuindersvletten en houten en ijzeren schepen. Vanaf ongeveer 1920 werd overgegaan op het ontwerpen en maken van stalen schepen die aan de eisen van de moderne tijd voldeden. De werf breidde allengs uit en kon later ook voldoen aan de vraag naar luxere schepen voor de recreatievaart. Zelfs een eigen ontwerp Debo-kruiser zag het licht. Samenwerking met o.a. Natuurmonumenten en waterschappen resulteerde in het maken van fiets- en voetgangerspontjes.


Vereniging: Stichting Oud Leimuiden-Rijnsaterwoude
Auteur: Arie Blaazer en Dick de Bock
Oorspronkelijke publicatie: Tijdinghen nr. 1, maart 2023

De Limes: het grootste archeologische monument van Europa

Het artikel begint met een inleiding over de lokale geschiedenis tijdens de Romeinse tijd in het westen van ons land, met name rond de rivier de Rijn, en de aanleg van een weg langs de noordgrens van het Romeinse rijk. Bij diverse opgravingen zijn onderdelen van deze weg aangetroffen. Ook zijn grote hoeveel voorwerpen gevonden die duiden op vestiging van castella en wachttorens, maar ook van bewoning door de inheemse bevolking. De mooiste en meest tot de verbeelding sprekende vondst bij het Westvaartpark in Hazerswoude was die van een 'mijlpaal', nog niet eerder gevonden in het gebied van de Limes, dat met recht nu gerekend mag worden tot Werelderfgoed.


Vereniging: Historisch Museum Hazerswoude
Auteur: Bernadette Verhoef, met dank aan Wilfried Hessing.
Oorspronkelijke publicatie: De Hazelier

Prentbriefkaarten met 'Groeten uit Zoetermeer-Zegwaart'

Prentbriefkaarten waren de appjes van eind 19de en de gehele 20ste eeuw. Voor een snelle boodschap naar familie en bekenden ging een kaartje op de brievenbus. Schreef men de boodschap eerst nog op de voorzijde, later verhuisde dat naar de achterzijde waar ook het adres en de postzegel kwam. In 'Prentbriefkaarten uit Zoetermeer-Zegwaart' leest u het ontstaan van prentbriefkaarten in Nederland en specifiek uit Zoetermeer met veel voorbeelden uit de collectie van Ria Moers-de Vree.


Vereniging: Historisch Genootschap Oud Soetermeer
Auteur: Gertjan Moers
Oorspronkelijke publicatie: 't Seghen Waert 36-4 (2017)

Ansichtkaarten, de appjes van begin vorige eeuw. Duizenden kaarten vertellen het verhaal van Boskoop; 'Groeten uit Boskoop'

In drie artikelen besteedt Eric Stolwijk aandacht aan het verhaal achter de prentbriefkaarten, ook wel ansichtkaarten genoemd, van Boskoop. Er zijn relatief veel kaarten van Boskoop uitgegeven in vergelijking met omliggende dorpen. De Boskoopse kwekerijen en de daarmee gepaard gaande internationale contacten, het tuinbouwonderwijs en de grote tentoonstellingen zullen daaraan hebben bijgedragen. Ook de diverse uitgeverijen en verzamelaars komen uitgebreid aan bod.


Vereniging: Historische Vereniging Boskoop
Auteur: Eric Stolwijk
Oorspronkelijke publicatie: Paktijd nrs 96, 97, 99 (2021)

Rijnland onbegrensd: watergrenzen en kennisgrenzen

In 1202 sloten de bisschop van Utrecht en de graaf van Holland een verdrag dat een waterstaatkundig grensconflict regelde. Een dam in de Rijn bij Zwammerdam werd verwijderd en er kwamen drie weteringen om het overvloedig uit Utrecht afkomstige Rijnwater af te voeren. Bemiddelaar was de hertog van Brabant, die indertijd ook in Holland zijn macht ligt gelden. Hij had niet alleen waterstaatkundige, maar ook handels- en politieke belangen bij deze oplossing. Met dit verdrag als vertrekpunt beschrijft Petra van Dam de rol die grenzen spelen bij het waterbeheer. Het gaat om een inleiding bij een themanummer van het Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis uit 2003. Van Dam gebruikt daarvoor de geschiedenis van het Hoogheemraadschap Rijnland, van de middeleeuwen tot de huidige tijd. Ze maakt duidelijk dat niet alleen de natuurlijke grenzen - de landscheidingen - van groot belang zijn, maar ook de politiek-bestuurlijke. De problemen rond Zwammerdam en Woerden waren extra moeilijk doordat deze staatkundige grenzen overschreden. Binnen Holland was doorgaans een oplossing makkelijker te vinden. Ze beschrijft onder meer de relatie met Delfland. Om het water effectief te beheren, is kennis nodig, en ook daaraan zitten grenzen. Zij beschrijft hoe Rijnland bezig is geweest zich die nodige kennis eigen te maken. En met veel succes, bleek bijvoorbeeld bij de drooglegging van de Haarlemmermeer. Het verdrag van 1202 was een mijlpaal in de ontwikkeling naar een hoogheemraadschap. De geschiedenis van het Rijnlandse waterbeheer begint natuurlijk eerder, bij de ontginningen. Sindsdien moesten bewoners samenwerken om het water te beheersen. Maar hoe die samenwerking er precies uitzag, is (en blijft?) onduidelijk. Ook de geschiedwetenschap heeft haar grenzen.


Vereniging: Stichting Historische Publicaties Holland-Rijnland
Auteur: Petra J.E.M van Dam
Oorspronkelijke publicatie: Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis 12 (2003), webversie 2006

Hoe stedelijk huisvuil naar Nieuwkoop komt

In 1926 verschijnt er een rapport vanuit de rijksoverheid over de manieren waarop grote steden van hun alsmaar groeiende hoeveelheid huisvuil af kunnen komen. Hierin staat dat verspreiding van afval over land of storting in oppervlaktewater geen noemenswaardige hinder voor de omgeving veroorzaakt. Landelijk gezien komt de provincie Drenthe hiervoor het meest in aanmerking, maar ook Nieuwkoop wordt met name genoemd. De gemeente Leiden doet in 1930 een aanbesteding voor het dumpen van hun huishoudelijk afval en 'gunt' dit vervolgens aan Nieuwkoop. Dit heeft nogal wat protest tot gevolg van met name de zoetwatervissers in het plassengebied. Onderzoek toont echter aan dat de visstand er nauwelijks nadelige gevolgen van heeft gehad. De stort heeft tot ca. 1960 geduurd, waarna het accent weer helemaal komt te liggen op de recreatieve sector.


Vereniging: Stichting Historisch Genootschap Nieuwkoop en Omstreken
Auteur: Etienne Stekelenburg
Oorspronkelijke publicatie: Rondom Niewecoop, nr. 4 december 2022.

De Zuiderhem aan een gevaar ontsnapt

In april 1930 bericht de Nieuwe Leidsche Courant dat de gemeente Haarlem tussen Rijnsaterwoude en Woubrugge een deel van het rietland en bijbehorend water De Zuiderhem wil kopen. Dit veroorzaakt veel tumult, en niet alleen onder de vissers. Ook diverse nationale (watersport)bonden, de ANWB en Natuurmonumenten klimmen in de pen. Er wordt zelfs gesproken van 'een nationale ramp'. Een boottocht met aan boord o.a. de burgemeesters van beide plaatsen, een week later gevolgd door een hoorzitting, verhindert echter niet dat de provincie Zuid-Holland toch een Hinderwetvergunning aanvraagt. Maar daar gaat zoveel tijd mee heen dat Haarlem afziet van haar plannen voor dumping in de Zuiderhem en elders een stortplaats vindt.


Vereniging: Stichting Oud Alkemade
Auteur: Geert-Jan van Beek
Oorspronkelijke publicatie: Alkmadders nr. 158, juni 2022

Over de strijdbare Gerard van der Laan

Gerard van der Laan werd in 1552 geboren te Leiden en studeerde later in Leuven. Tijdens het beleg van Leiden in 1574 voerde hij op 22-jarige leeftijd bevel over een leger vijfhonderd Engelsen en een aantal vrijbuiters tegen de Spaanse troepen van legerleider Valdez bij Alphen en Gouda. Na zijn huwelijk twee jaar later vestigde hij zich in Haarlem, werd in 1588 als schepen aangesteld en later benoemd tot een van de vier burgemeesters van die stad. Tijdens het Twaalfjarig Bestand braken twisten uit tussen remonstranten en contraremonstranten. Van der Laan c.s. behoorden tot de eerste groep. De contraremonstranten wilden namelijk ook een plek in het stadsbestuur, maar de remonstrantse regenten waren daar tegen en verlangden inspraak bij het benoemen van predikanten. Een lastercampagne tegen Van der Laan volgde met daarin zware beschuldigingen van o.m. overspel. Hoewel Van der Laan later vrijgesproken werd van alle beschuldigingen, was dat wel de opmaat tot het einde van zijn carriere en werd hij in 1618 ontslagen. Hij trekt zich terug op de familiehofstede Ter Specke in Lisse waar hij in 1635 overlijdt. In de Grote Kerk op het Vierkant ligt zijn van het familiewapen voorziene grafsteen.


Vereniging: Cultuur-Historische Vereniging "Oud Lisse"
Auteur: Ria Grimbergen
Oorspronkelijke publicatie: VOL nieuwsbrief nr. 4–2022

Volgende